AA Home > Geschiedenis > Aanleidingen Amerikaanse Burgeroorlog
De Amerikaanse Burgeroorlog: slavernij en de rechten van staten
De Amerikaanse Burgeroorlog kwam niet uit de lucht vallen; er waren vele aanleidingen voor deze gruwelijke oorlog. Dit artikel onderzoekt de achtergronden van de oorlog.
In dit artikel:
- Inleiding
- Het begin van de slavernij in de VS
- De eerste problemen met slavernij
- Koning Katoen
- Het Noorden en de slavernij
- De Missouri Compromise
- De opkomst van het abolitionisme
- Het Compromis van 1850
- Op weg naar de Burgeroorlog
- De verkiezingen van 1860
- De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865)
Inleiding
Hoewel de Amerikaanse Burgeroorlog officieel van 1861 tot 1865 woedde, had het heel wat meer voeten in de aarde dan op het eerste gezicht lijkt. In feite is de aanleiding van de Burgeroorlog al terug te voeren tot vóór de Amerikaanse Revolutie van 1776; de oorlog zelf was niet meer dan de culminatie van een lange voorbereiding, die de Burgeroorlog volgens sommigen zelfs onvermijdelijk maakte.
Vroeger of later moesten de emoties die Noord en Zuid verdeelden tot uiting komen. Dat dat niet eerder dan 1861 gebeurde is te danken aan een hoop onderhandelingen, gesuste woede, en het inzicht dat Noord en Zuid zonder elkaar een stuk minder sterk in de wereld zouden staan.
In dit artikel worden uitgebreid de oorzaken besproken die leidden tot de Amerikaanse Burgeroorlog.
Het begin van de slavernij in de VS
In 1619 kwamen de eerste zwarten aan in de Nieuwe Wereld. Of het slaven waren of niet is onbekend; wel weet men dat deze mensen door Nederlandse schepen naar Amerika zijn gebracht. Daarna groeide de slavernij langzaam mee met de groei van de koloniën, maar werd niet op grote schaal bedreven. Tot 1640 was er in de Nieuwe Wereld voornamelijk "de facto" (feitelijke, maar niet wettelijk toegestane) slavernij, maar in 1669 werd het ook "de jure", oftewel wettelijk, mogelijk om slaven te houden. Vanaf die tijd werd slavernij in de Britse koloniën steeds populairder.
De internationale slavenhandel van die tijd, die tegenwoordig bekend staat als de "Middle Passage", groeide snel uit tot een grote, winstgevende handel. Daarvoor waren drie redenen. Ten eerste was er de zg. "triangle trade": men wilde voorkomen dat de handelsschepen op een gedeelte van hun reis leeg zouden zijn, dus volgde men een driehoeksroute waarin de schepen altijd vol beladen waren.
Zo werden er bijvoorbeeld machines, hout, en voedsel naar de Caribische eilanden vervoerd, waar men deze goederen nodig had omdat ze daar niet voorhanden waren. In die tijd werd in de Cariben voornamelijk suiker verbouwd dat tot rum werd verwerkt. De rum werd vervolgens door de handelsschepen naar Afrika verscheept, waar men het gebruikte om slaven te kopen, die vervolgens naar Amerika vervoerd werden, waar weer voedsel en machines geladen werden voor de Cariben.
De tweede reden was gekoppeld aan het sterftecijfer van de slaven op de schepen. Zij leefden in zeer erbarmelijke omstandigheden en stierven aan allerlei ziektes. Vooral de pokken vormde een gehate vijand: hele slavenschepen konden eraan tenonder gaan. Toen men iedereen echter ging inenten, ging het sterftecijfer drastisch omlaag en werd het transporteren van slaven ineens een stuk winstgevender.
De derde reden is simpel: puur imperialisme. De Britse koloniën groeiden snel, en uit Europa kwamen nog niet genoeg mensen om die groei vol te kunnen houden. Men had goedkope arbeid nodig, en vond die in de Afrikaanse slaven.
Het gevolg was dat er tijdens de volkstelling van 1790 in de Verenigde Staten 3,9 miljoen mensen geteld werden, waarvan 757.000 zwarte Afrikaanse slaven.
De eerste problemen met slavernij
Toen de Britse koloniën zich in 1776 onafhankelijk verklaarden, wisten de Founding Fathers niet hoe met slavernij om te gaan. Aan de ene kant waren ze zich bewust van het potentiële probleem van slavernij, aan de andere kant waren ze veelal zelf ook slavenhouders. Hun oplossing was simpel: we negeren het probleem.
In de Amerikaanse Constitutie, die in 1789 geratificeerd werd, werd nauwelijks over slavernij gerept, met twee opmerkelijke uitzonderingen: ten eerste, slaven zouden voor volkstellingen en vertegenwoordiging in het Huis van Afgevaardigden als 3/5 van een blank persoon gerekend worden; ten tweede, in 1808 zou de internationale slavenhandel (maar niet slavernij zelf) in de VS afgeschaft worden.
De tweedeling van Noord en Zuid in de Verenigde Staten werd rond deze tijd ook al steeds duidelijker. In het Noorden had men van oudsher al weinig slavernij gekend, simpelweg omdat daar minder arbeidsintensieve landbouw bedreven werd, en de industriële revolutie daar eerder op gang kwam. De staten Pennsylvania en Massachusetts waren in 1780 en 1786 dan ook een van de eersten om deze praktijk af te schaffen.
Ook in het Zuiden leek slavernij rond 1790 langzaam te verdwijnen, ware het niet voor een ding: katoen.
Koning Katoen
Tot 1793 was het razend moeilijk om katoen (een toen compleet nieuw materiaal voor kleding) te verbouwen. Slaven hadden er handenvol werk aan om het katoen met de hand van de struik te plukken, en zelfs na een lange dag werk was de hoeveelheid geplukt katoen erg klein. Toen vond een man genaamd Eli Whitney min of meer per toeval de "cotton gin" uit, een soort gemechaniseerde kam om het katoen van de struiken te plukken. Dit nieuwe apparaat, een uitvinding van de industriële revolutie, bleek de redding van de slavernij.
Een slaaf die een cotton gin ter beschikking had kon vele malen sneller katoen plukken dan een slaaf zonder dat apparaat, waardoor slavernij van de ene op de andere dag weer rendabel was. Daarnaast was - door enkele recente uitvindingen in Engeland die de verwerking van het katoen tot kleding vergemakkelijkten - de vraag naar Zuidelijk katoen enorm toegenomen, en met de cotton gin van Whitney werd de exploitatie van dit landbouw product eenvoudiger en winstgevender dan ooit.
Vele Zuidelijke boeren gingen over van andere, minder winstgevende producten over tot het verbouwen van katoen, en binnen enkele jaren was katoen (met behulp van de slavernij) de overheersende bron van inkomsten in het Zuiden. In het Noorden speelde katoen ook een belangrijke rol, maar dan in de industriële verwerking ervan, en men was er minder van afhankelijk dan het Zuiden.
Kostte het een slaaf voor de uitvinding van de cotton gin tien uur om een pond katoen te produceren, met Whitney's uitvinding kon diezelfde slaaf in dezelfde tijdsspanne tussen 300 en 1.000 pond produceren. Twee jaar na Whitney's uitvinding was de katoenuitvoer van het Zuiden naar Europa vertwaalfvoudigd; rond 1850 exporteerden ze al meer dan een miljoen ton katoen per jaar. "Katoen is Koning" was een veelgehoorde kreet in het Zuiden, en de zwarte was zijn slaaf.
Het Noorden en de slavernij
In 1808 werd de slavenhandel (maar niet slavernij zelf) volgens de in de Constitutie vastgelegde wet verboden in de VS. Dit betekende in de praktijk dat het importeren van slaven naar de VS voor de wet verboden was, een feit waar veel slavenhandelaren zich weinig van aantrokken. Ook de Zuidelijke plantage-eigenaars konden hiermee enigszins leven, want door voortplanting konden ze hun slavenbestand eenvoudig in stand houden.
Toch groeide in de jaren na 1808 in het Noorden de antipathie tegen de slavernij om verschillende redenen. Ten eerste stond velen de in het Zuiden strenge raciale hiërarchie niet aan; veel Noorderlingen voelden meer voor gelijkheid, al was het maar omdat dat fatsoenlijker was (een Puriteins inzicht dat voortgekomen was uit de Massachusetts Bay kolonie van 1630).
Ten tweede was slavernij ook in het Noorden helaas een fenomeen uit het dagelijks leven, niet zozeer doordat er slavernij heerste alswel doordat men er met het probleem van de gevluchte slaven zat. Wat doe je met deze mensen: terugsturen of niet? Als een gevluchte Zuidelijke slaaf in een staat terechtkomt waar slavernij verboden is, is hij dan vrij of niet? Volgens de wet moest hij teruggestuurd worden, maar dat zat veel Noorderlingen niet lekker.
Ten derde hadden veel Noorderlingen last van het NIMBY-syndroom: Not In My Back Yard, oftewel Niet In Mijn Achtertuin. Ze wilden simpelweg niet in de buurt van een verafschuwde slavenhouder wonen.
Vooral dit laatste leverde in het snel uitdijende Amerika grote problemen op. Om slavernij in stand te houden, moest het Zuiden zorgen dat deze praktijk steeds verder uitgebreid werd over het groeiende territorium van VS. Deden ze dit niet, dan zouden de vrije staten weleens de overhand kunnen krijgen in de regering en vervolgens slavernij aan banden kunnen leggen of zelfs verbieden.
De Missouri Compromise
Tot 1820 hadden de Zuidelijke staten het stemmenevenwicht in de Senaat in stand kunnen houden doordat er evenveel slavenstaten als vrije staten waren: 11. Toen meldde zich echter een probleem in de vorm van Missouri, dat nu genoeg inwoners had om als staat toegelaten te worden tot de VS. Van de 60.000 mensen in het gebied waren er zo'n 10.000 slaaf, dus leek het logisch dat Missouri als slavenstaat toegelaten zou worden.
Uit New York kwam echter het idee om slavernij in dit nieuwe gebied geleidelijk af te schaffen, waardoor Missouri op den duur een vrije staat zou worden. De Zuidelijke staten blokkeerden dit voorstel prompt in de Senaat nadat het door Noordelijken gedomineerde Huis van Afgevaardigden de maatregel goedgekeurd had.
Uiteindelijk werd dit probleem opgelost door Henry Clay, die later bekend zou staan als "The Great Compromiser": hij stelde voor het noordelijk gelegen Maine tegelijk met Missouri toe te laten, de eerste als vrije staat, de tweede als slavenstaat. Om in de toekomst eenzelfde probleem te voorkomen, stelde hij daarnaast voor om boven een bepaalde lengtegraad slavernij te verbieden. Beide partijen konden hiermee leven en de "Missouri Compromise" was een feit.
Maar was hiermee het probleem van de slavernij werkelijk de wereld uitgeholpen? Zoals al snel bleek, was het tegendeel het geval: het geweld stond op het punt om uit te breken...