AA Home > Geschiedenis > Aanleidingen Amerikaanse Burgeroorlog
De Amerikaanse Burgeroorlog: Doodssteek voor de VS?
Op deze pagina's kunt u nalezen hoe het kwam dat de Noordelijke en Zuidelijke staten elkaar bevochten tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Dit is deel 2 van het verhaal; Deel 1 vindt u hier.
De opkomst van het abolitionisme
Tussen 1820 en 1830 vond een "Great Awakening" plaats, een revival van religieus inzicht in de gehele VS. In deze tijd werd ook het Abolitionisme geboren, de stroming die voor de afschaffing van de slavernij ging pleiten. De drijfveer achter het beginnende abolitionisme was uiteraard religieus; men wilde zieltjes redden: die van henzelf, die van de slaven, die van de slavenhouders, en die van de "stille meerderheid", degenen die tegen slavernij waren maar zich er niet openlijk tegen uitspraken.
Allerlei anti-slavernij organisaties sprongen als paddestoelen uit de grond, zowel in het Noorden als het Zuiden. In het Zuiden waren er, paradoxaal genoeg, zelfs meer van die organisaties dan in het Noorden: in 1827 waren er 24 Noordelijke anti-slavernij organisaties met gecombineerd minder dan 1500 leden, in het Zuiden waren er 106 met in totaal ruim 5000 leden.
Dit alles veranderde radicaal na een gebeurtenis die te boek staat als Nat Turner's Rebellion. Nat Turner was een blanke abolitionist die in 1831 besloot een slavenrevolt op gang te brengen. Hij zweepte tientallen slaven in Virginia op om in opstand te komen en gaf ze vervolgens wapens.
Het gevolg: 57 blanke doden, en de Zuidelijke resolutie dit niet over hun kant te laten gaan. Bijna alle Zuidelijke anti-slavernij organisaties waren binnen een paar maanden verdwenen en Zuidelijke slavenhouders die bereid waren geweest langzaamaan slavernij los te laten, besloten nu dat dit onmogeljk zonder geweld kon gaan.
De abolitionisten - nu voornamelijk uit het Noorden - werden echter steeds openlijker in hun protest en bleven de afschaffing van de slavernij aankaarten bij het Congres. Aangezien men daar ook hopeloos verdeeld was en geen oplossing wist te bedenken, besloot het Congres in 1836 dat slavernij niet meer als gespreksonderwerp in aanmerking mocht komen tijdens hun vergaderingen. Ondanks grote druk van vele Noordelijken, hield men deze "Gag Rule" tot 1844 vol.
De abolitionisten gingen nu over op andere tactieken. Ze gebruikten "slave narratives", door ex-slaven neergeschreven levensverhalen, om aan het grote publiek te tonen hoe slecht slavernij was. Daarnaast gebruikten ze simpelweg de pers - zo gaf William Lloyd Garrison een abolitionistische krant uit met de veelzeggende naam "The Liberator", de Bevrijder.
De tegenstellingen tussen Noord en Zuid begonnen nu het brandpunt te bereiken. Steeds meer Noordelijken wilden slavernij tenminste in de nieuwe staten in het Westen verbieden, en spraken publiekelijk hun walging uit over slavernij. De Zuidelijken reageerden hierop door zich nog verder vast te bijten in hun slavernij en door maatregelen te verzinnen die in de nog niet tot staat toegelaten gebieden de komst van slavernij zouden vergemakkelijken.
Het Compromis van 1850
In 1850 werd nogmaals geprobeerd het onoplosbare probleem voor eens en voor altijd uit de weg te ruimen. Weer was Henry Clay er als de "Great Compromiser", waardoor het compromis er deze keer als volgt uitzag:
- Californië zou als vrije staat tot de Unie toetreden, en in Washington DC werd de slavenhandel afgeschaft;
- de Utah en New Mexico Territories (niet staten) werden opgezet met territoriale regeringen die op alle wetsgebieden naar eigen goeddunken mochten handelen;
- de Fugitive Slave Law werd van kracht in de hele VS: deze wet gaf mensen die op gevluchte slaven joegen het recht deze te volgen in de gehele VS, zelfs in vrije staten.
Het eerste punt van de Compromise of 1850 is een duidelijke winst voor het anti-slavernijgerichte Noorden, want als Californië als vrije staat werd toegelaten zou het evenwicht tussen vrije en slavenhoudende staten gebroken worden. De Fugitive Slave Law was een aardige overwinning voor het Zuiden, want daardoor werd de slavernij tenminste gedeeltelijk naar het Noorden verspreid. Het tweede punt van het compromis kon voor beide kanten zowel positief als negatief uitvallen.
Toch bleek ook de Compromise of 1850 slechts een tijdelijke oplossing van het slavenprobleem en de steeds sterker wordende polarisatie van het Noorden en het Zuiden. In 1854 werd in de Kansas-Nebraska Act vastgelegd dat de wil van het volk (dus: een referendum) zou bepalen of slavernij in die territoriën zou worden toegestaan. Hierop reageerden zowel de Noordelijken als de Zuidelijken door zoveel mogelijk mensen naar de territoriën te sturen om zo meer stemmen te krijgen en de zaak in hun voordeel te laten omslaan.
Op weg naar de Burgeroorlog
Het gevolg was een wat later een mini-Burgeroorlog genoemd zou worden: "Bleeding Kansas" (1856). De Noordelijken en Zuidelijken geloofden zo sterk in hun zaak dat ze elkaar in de haren vlogen en daarbij vielen ruim 200 doden.
Als Bleeding Kansas dat niet al gedaan had, bezegelden nu twee gebeurtenissen het lot van het in tweëen gespleten land: de beslissing van de Supreme Court van de VS in de zaak Dred Scott en John Brown's mini-revolutie.
De Dred Scott zaak
De Dred Scott zaak kwam in 1856 voor de Supreme Court, maar 1856 was een verkiezingsjaar en de omstreden uitspraak van de rechters werd pas bekend gemaakt nadat James Buchanan in 1857 officieel president was.
Men wilde de uitspraak niet eerder bekend maken om de kansen van Buchanan, een pro-Zuiden en pro-slavernij georiënteerde Democraat uit Pennsylvania, niet teniet te doen. De rechters en Buchanan wisten heel goed dat het dichtbevolkte Noorden niet op hem zou stemmen als hij de controversiële beslissing in de Dred Scott zaak publiekelijk zou steunen, iets dat hij na zijn overwinning wel kon doen. Maar wie was nu Dred Scott en wat was de beslissing van de Supreme Court?
Scott was een slaaf uit Missouri die in 1834 door zijn meester naar gebieden werd meegenomen waar slavernij bij wet verboden was. Scott kwam hier pas in 1846 achter, en stapte toen meteen naar de rechter waar hij stelde dat zijn vierjarig verblijf op vrije grond hem ook tot een vrij man had gemaakt. De rechter gaf hem gelijk, maar de Supreme Court van Missouri draaide die beslissing terug. Scott toog daarop naar het Hooggerechtshof van Amerika, waar de zaak jaren later behandeld werd, en Dred Scott op een wel heel vreemde manier in het ongelijk werd gesteld.
Rechter Roger Taney, het hoofd van de Supreme Court die de uitspraak van de meerderheid opstelde, gaf (in het kort) het volgende aan:
- Zwarten zijn geen staatsburger van de VS, en Scott als zwart persoon kan dus ook geen rechtszaak aangaan.
- De Missouri Compromise (uit 1820) en de Kansas-Nebraska Act (uit 1854) worden ongrondwettelijk verklaard.
- Alle wetten met betrekking tot slavernij in de territoriën zijn ongrondwettelijk aangezien ze het 5e Amendement schaden, waarin staat dat geen enkele burger zijn bezit afhandig gemaakt kan worden zonder wettige rechtsgang. Zwarte slaven zijn bezit en zijn dus niet vrij in gebieden waar slavernij verboden is.
Deze beslissing dreigde overduidelijk de slavernij te nationaliseren; immers, als de Missouri Compromise ongrondwettelijk was, werd slavernij ineens ook toegestaan in de gebieden noordelijk van de lijn die in het compromis was vastgelegd. Deze gedachte was gruwelijk en onaanvaardbaar voor vele Noordelijken, en zette nog meer mensen op tegen de slavernij.
John Brown's revolutie
John Brown was de aanstichter van Bleeding Kansas: hij en vier vrienden vielen een pro-slavernij dorpje in Kansas binnen en vermoordden in koelen bloede vijf mensen, waarna het bloedbad steeds grotere vormen aannam en uiteindelijk tot meer dan 200 doden leidde.
Bij sommige Noordelijke extremisten werd Brown door deze actie een held, en van hen kreeg hij veel geldelijke en morele steun. Brown was hier echter niet tevreden mee. Hij wilde een met een groep blanke en zwarte volgelingen een guerilla-oorlog tegen het Zuiden beginnen en overviel in oktober 1859 met 20 man een wapenarsenaal van de VS bij een plaatsje genaamd Harper's Ferry.
Twee dagen later reageerde het Amerikaanse leger, en een detachement onder leiding van kolonel Robert E. Lee heroverde met geweld het wapenarsenaal. Tien van Brown's mannen werden gedood, hijzelf werd gevangen genomen, ter dood veroordeeld, en opgehangen. Het Zuiden was geschrokken en beangstigd door de reactie van vele gewone Noordelijke burgers die niet als anti-slavernij bekend stonden; velen roemden Brown om zijn moed en zijn idealen, hoewel ze zijn methoden niet goedkeurden.
Dit haalde vele Zuidelijken over tot het geloof over dat er voor de Zuidelijke levensstijl in de Unie geen plaats was. Hoe konden al die Noordelijken zo openlijk positief staan tegenover een actie die tot doel had het leven van honderdduizenden medeburgers te ontwrichten? De Charleston Mercury, een Zuidelijke krant, stelde simpelweg: "De tijd voor compromissen is voorbij. (...) Er is geen plaats meer voor vrede in het Zuiden."
De verkiezingen van 1860
Abraham Lincoln, een advocaat uit Kentucky, gebruikte de zaak Dred Scott in 1858 in een debat met Stephen Douglas om zo de Noordelijke meerderheid voor zich te winnen en een zetel in het Congres te krijgen. Hij stelde dat de Dred Scott zaak gebruikt werd in een complot van Franklin Pierce (die voor Buchanan president was), James Buchanan en Roger Taney om de slavernij te nationaliseren; een uitspraak die hem als anti-slavernij georiënteerd bij het grote publiek in zowel het Noorden en Zuiden bekend en berucht maakte.
Toen hij in 1860 Republikeins presidentskandidaat was, verscheen zijn naam daarom nergens op de Zuidelijke stembiljetten. Het dichtbevolkte Noorden stemde echter in voldoende aantallen op hem terwijl het Zuiden zijn stem verdeelde over de drie overige kandidaten (Stephen Douglas, Noordelijk Democraat; John Breckinridge, Zuidelijk Democraat; en John Bell, Union partij). Lincoln won de verkiezingen met minder dan 40% van de stemmen.
De overwinning van Lincoln was voor het Zuiden de druppel die de emmer liet overlopen. Na alle concessies van de veertig jaar vóór Lincoln had het Zuiden maar nauwelijks haar levensstijl kunnen verdedigen, en nu had het Noorden laten zien dat zij alleen konden bepalen hoe het hele land geregeerd werd door op een als anti-slavernij bekend staande kandidaat te stemmen.
Op 20 december 1860 trad South Carolina uit de Unie, een paar weken later gevolgd door Mississippi, Florida, Alabama, Georgia, Louisiana, en Texas. Van de 34 staten van de VS waren er begin februari 1861 nog slechts 27 over, en het leek erop dat andere Zuidelijke staten het voorbeeld van de eerste zeven gingen volgen.
De aftredende president, Buchanan, was in zijn laatste maanden verbijsterd en hield zich stil. Hij had geen flauw benul wat te doen en liet de zaak dus over aan Lincoln, wiens inauguratie op 4 maart 1861 plaatshad. Er heersten op die dag behoorlijk wat spanningen, want menig inwoner van Washington voelde zich verbonden met de Zuiderlingen. Soldaten en scherpschutters stonden overal, en rondom het Capitool stonden kanonnen opgesteld, klaar om te vuren.
In zijn speech richtte Lincoln zich direct tot het Zuiden en maakte daarin verzoenende gebaren. Hij zei dat hij slavernij niet zou verbieden waar deze praktijk al bestond, maar dat hij tegelijkertijd niet kon toestaan dat staten zich van de Unie losmaakten. Mocht dat nodig zijn, dan zou hij alle federale bezittingen verdedigen.
Het Zuiden liet zich echter niet vermurwen. In Alabama werd Jefferson Davis, net als Lincoln afkomstig uit de grensstaat Kentucky, tot president van de Confederate States of America (CSA) benoemd. Fort Sumter, een fort op Zuidelijke bodem dat nog in handen was van het Noorden, werd omsingeld door Zuidelijke troepen en Lincoln werd opgeroepen het fort te ontruimen.
Lincoln weigerde, en op 12 april 1861, om half vijf in de ochtend, openden Zuidelijke kanonnen het vuur. De Amerikaanse Burgeroorlog was begonnen.
Volgende pagina: de oorlog begint