AA Home > Geschiedenis > Overzicht geschiedenis VS
De geschiedenis van Amerika (1918 tot 2014)
1918-2014: Amerika als wereldmacht
De Roaring Twenties
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog, waarin de VS een zo cruciale rol had gespeeld, begonnen de Roaring Twenties: een tijd waarin het voorspoed was die de klok sloeg en iedereen rijk leek te worden. Men kocht in grote getalen nieuwe uitvindingen zoals een koelkast, radio en een auto. Als je het geld niet had om in één keer de rekening te kunnen betalen: geen probleem, dan betaal je gewoon in termijnen. De verkopen van allerlei dure goederen schoten de lucht in.
De Grote Depressie
Dat ging lange tijd goed, totdat de verkopen in 1929 plotseling net zo snel daalden als ze gestegen waren. Veel mensen die hun dure goederen op afbetaling hadden gekocht, zaten zozeer vast aan die afbetalingstermijnen, dat ze zich het niet konden veroorloven nog meer nieuwe spullen te kopen. Dus daalden de verkopen, waardoor de productie daalde, waardoor er mensen ontslagen moesten worden, waardoor de verkopen nog verder daalden.
Het was een vicieuze cirkel, en ook op Wall Street zag met het op 19 oktober 1929 ineens, waarna de beurs ineenzakte. De paniek was compleet. Door het verlies op Wall Street moesten meer en meer werkgevers de deuren sluiten, waardoor meer en meer mensen op straat kwamen te staan. Ruim 100.000 bedrijven gingen failliet, waardoor ruim 13 miljoen mensen (25% van de beroepsbevolking) werkloos werd. De Grote Depressie sloeg toe.
President Hoover, een integere maar niet bijzonder vooruitziende man, besloot dat de depressie slechts tijdelijk zou zijn en deed niets. Dat betekende zijn einde, want presidentskandidaat Franklin Delano Roosevelt beloofde de bevolking precies wat ze horen wilde: een New Deal.
Roosevelt's New Deal
Arme boer in Wisconsin tijdens de Grote Depressie (1935) |
De New Deal was in feite een probeersel van Roosevelt om de economie weer op gang te brengen en was niet altijd bijster succesvol. Binnen 100 dagen in 1933 passeerden tientallen zeer uiteenlopende en niet op elkaar aansluitende wetten de revue, bijvoorbeeld de Emergency Banking Act, de Civilian Conservation Corps (CCC) , de Agricultural Adjustment Act (AAA), de Tennessee Valley Authority (TVA) en de National Industrial Recovery Act (NIRA).
Roosevelt's strategie was simpelweg: probeer alles en kijk wat werkt. Hoewel de bevolking hieruit enige hoop putte, was de New Deal niet voldoende om de industrie weer op poten te zetten. Zelfs een tweede New Deal in 1935-36 bleek niet afdoende. Uiteindelijk was het de aan de horizon opkomende Tweede Wereldoorlog die de Amerikaanse economie weer op poten moest zetten.
Amerika in de Tweede Wereldoorlog
In 1939 viel Duitsland Polen binnen en was de Tweede Wereldoorlog begonnen. Hoewel Amerika krampachtig probeerde neutraal te blijven, leverde ze toch goederen aan Groot-Brittannië (o.a. door de Lend-Lease Act) en werden ze in december 1941 door de Japanse aanval op Pearl Harbor toch betrokken in de oorlog. Japan was zich er in eerste instantie niet bewust van, maar met de aanval op de kleine basis in de Grote Oceaan werd de industriegigant weer echt wakker.
Plotseling was de Grote Depressie echt voorbij. Alle fabrieken in de VS werden ingezet voor de oorlogsproductie, en zowel mannen als vrouwen werden met miljoenen tegelijk aan het werk gezet om zo snel mogelijk het Amerikaanse leger, de marine en de luchtmacht op te bouwen. De Amerikaanse militaire macht drong de Japanners vanaf 1942 na de slag bij Midway snel terug, en in 1945 werden Duitsland en Japan op de knieën gedwongen.
De Koude Oorlog en de Containment Policy
Het einde van de Tweede Wereldoorlog bracht echter een nieuwe vijand voort: de Sovjet Unie. Roosevelt stierf in april 1945 en zijn opvolger, Harry S. Truman, kon minder goed met Stalin overweg. Duitsland werd in twee delen opgesplitst en de Koude Oorlog was begonnen. Gezien de angst voor de Sovjet Unie en het daarbij behorende communisme begon men zich in de VS tegen hen te bewapenen en zette men de "containment policy", de inperkingspolitiek, op.
Die containment policy hield in dat het communisme binnen en buiten Amerika binnen de perken gehouden diende te worden. De eerste test daarvan was in 1950 in Korea, toen het noorden het zuiden binnenviel en de VS (onder de vlag van de VN) terugsloegen. Was eerst bijna heel Zuid-Korea in handen van het noorden, toen de Amerikanen mee begonnen te vechten sloegen ze de Noord-Koreanen helemaal terug naar de grens.
Daar ging de Amerikaanse generaal Douglas MacArthur echter de fout in; hij stak de grens over en drong de communisten terug naar de greans met China. China zag dit niet met lede ogen aan maar reageerde snel: 400.000 Chinese soldaten trokken over de grens en sloegen de Amerikanen op hun beurt terug naar de grens. Hier werd de oorlog beëindigd; hoewel het geheel niet meer dan een jaar had geduurd werd een staakt-het-vuren echter pas in 1953 getekend.
De desegregatie van het Zuiden
In het gesegregeerde Zuiden van Amerika kwamen in die tijd ook langzaam maar zeker stemmen op die riepen om de afschaffing van de segregatie van zwarten en blanken. In 1954 werd met de Brown v. Board of Education Topeka beslissing de segregatie van scholen bij wet afgeschaft, maar er veranderde in de praktijk vaak weinig. Andere delen van de samenleving bleven ook bij wet gesegregeerd.
In 1955 gebeurden er ook een paar opmerkelijke dingen op dit gebied. Rosa Parks, een zwarte vrouw, weigerde haar plaats in een bus aan een blanke af te staan en werd hierom gearresteerd. Martin Luther King Jr. nam de zaak voor de NAACP in handen en organiseerde een boycot van het bussysteem. Gedurende 381 dagen weigerden alle zwarten in het gebied om de bus te nemen, waardoor men grote verliezen leed.
Rosa Parks in een bus in 1956 |
Het bleek een overwinning voor King en de NAACP, want de bussen werden gedesegregeerd. Door de grote publiciteit rondom de zaak begonnen zwarten in alle delen van het land op een vredelievende manier te protesteren voor hun vrijheden. Er werden "sit-ins" georganiseerd, waarbij zwarten op plekken die alleen voor blanken waren kwamen en zo de Jim Crow wetten negeerden.
Er werden meer varianten van de sit-in ontwikkeld, waarbij steeds een ander deel van de gesegregeerde maatschappij van het Zuiden van Amerika werd aangevallen. Hierbij werd tegen de zwarte protestanten vaak grof geweld gebruikt om ze tegen te houden, maar zulk geweld leek ze alleen maar aan te moedigen tot meer protesten. In 1963 werd er een grote protestmars in Washington, DC gehouden om op federaal niveau wetgeving af te dwingen. Ruim 200.000 mensen riepen de leiders van het land op om segregatie bij wet te verbieden.
Dit had effect. Hoewel er maandenlang gedebatteerd werd en er van alle kanten tegenwerking plaatshad, werd de VS bij wet gedesegregeerd. In 1964 werd de Civil Rights Act in de hele VS van kracht, die zwarten eindelijk op vele gebieden gelijke rechten gaf.
Toch leek midden jaren '60 alle protesten ten spijt er in de praktijk weinig veranderd te zijn, en er kwam ook een radicale, gewelddadigere zwarte beweging op gang. Dit leidde tussen 1964 en 1968 tot rellen en directe confrontaties tussen blank en zwart maar voegde weinig toe aan de al door de zwarten behaalde winst. Eind jaren '60 was de segregatie in het Zuiden wettelijk beëindigd en kon de langzamere segregatie in de praktijk ook op gang komen.
De Vietnamoorlog
In de jaren '60 was het gevecht tegen het communisme nog in volle gang. Na Korea was nu Vietnam het doelwit; hadden de Amerikanen tot 1954 al de Fransen gesteund in hun pogingen het land onder hun controle te houden, daarna gingen de Amerikanen zich er meer en meer direct zelf mee bemoeien. In 1965 escaleerde deze bemoeienis tot de Vietnamoorlog, de gruwelijkste oorlog die de VS had meegemaakt sinds de Amerikaanse Burgeroorlog.
De Vietnamoorlog werd ook de grootste blamage voor de VS in lange tijd. In 1973, na acht jaar bloederige strijd, moest Amerika zich in schande terugtrekken uit het land en werd het gevecht aan het slecht opgeleide Zuid-Vietnamese leger overgelaten. In 1975 walsten de Noord-Vietnamezen en de Vietcong (Zuid-Vietnamese rebellen) Saigon binnen en was de oorlog voorbij. Vietnam werd communistisch.
Klik hier om een uitgebreid verslag van de Vietnamoorlog te lezen.
De crisis van de jaren '70
Tussen 1973 en 1979 vonden er ook twee olie-embargo's plaats van de OPEC. Deze embargo's troffen Amerika, dat voor 40% afhankelijk was van buitenlandse olie, zeer hard. De benzineslurpende auto's van het verleden moesten het nu afleggen tegen zuinigere Japanse (en andere Aziatische) auto's. In datzelfde jaar beleeft de Sovjet Unie haar eigen Vietnam als het Afghanistan binnentrekt.
De VS en de Sovjet Unie
In 1981 werd Ronald Reagan, ex-filmster, president van de Verenigde Staten. Hij noemde de Sovjet Unie openlijk het "evil empire", maar moest dat na 1985, toen Mikhail Gorbatsjov de Sovjet Unie ging leiden, inslikken. Zijn Star Wars programma om een ruimteschild rond de VS op te zetten tegen de atoomraketten van de Sovjet Unie stuitte op technologische en publieke moeilijkheden en faalde evenzeer.
Langzaam begonnen de relaties tussen de VS en de Sovjet Unie te verbeteren met Gorbatsjov's glasnost en perestroika. Dit leidde direct tot het uiteenvallen van de Sovjet Unie vanaf 1989, waarbij geheel Oost-Europa zich bevrijdde van het communistische juk. In 1990 werden de eerste akkoorden tussen de Sovjet Unie en Amerika gesloten, en werd bepaald dat het aantal lange-afstandsraketten met atoomlading van beide naties verminderd moest worden.
De VS tijdens recente jaren
Nadat Irak door een coalitie van Westerse en Arabische landen in 1991 met geweld uit Koeweit werd gegooid tijdens de Golfoorlog, werd de Koude Oorlog in 1992 officieel beëindigd met twee nieuwe presidenten, Boris Jeltsin in Rusland en Bill Clinton in Amerika. Ondanks enkele crises en meningsverschillen in de daarop volgende jaren kwamen de VS en Rusland steeds dichter bij elkaar en was de ontdooiing van de vijandschap tussen beide landen een feit.
Vanaf 1992 tot 2000 was er in Amerika een nieuwe periode van economische vooruitgang te zien, na 1995 vooral door de opkomst van de computer en het Internet. En hoewel William Jefferson Clinton's presidentschap geteisterd werd door mislukte overheidsprogramma's en privéschandalen, liet hij het land bij zijn aftreden in 2001 in een zeer goede staat achter.
Helaas zou deze voorspoed niet lang duren; al op 11 september 2001 ging het mis in de Verenigde Staten: de aanslagen op het World Trade Center in New York, het Pentagon in Washington DC, en andere doelen luidden een lange periode van onzekerheid, oorlog en economische crisis in. Pas rond 2013-2014 begon men weer tekenen van economische vooruitgang te zien.