AA Home > Reizen en vakantie > Visuminformatie > Emigratieverhaal Dennis
Emigreren naar Amerika: een verhaal (deel 4)
De eindfase: struikelen, vallen, opstaan en weer doorgaan
Ongeveer 4 weken voor mijn interview kreeg ik bericht dat de afspraak vastgesteld was. De datum: 6 mei. Aangezien ik alle papieren verzameld had, was er voor mij weinig reden tot stress. Wel moest ik nog een week voor het interview naar Amsterdam voor m'n medisch onderzoek. Dit onderzoek bestaat uit twee delen: een röntgenfoto bij een medisch instituut en een doktersbezoek waar je allerlei lichamelijke onderzoeken krijgt.
Hoewel het geheel an sich niet veel tijd in beslag neemt, ben je toch gauw een halve dag kwijt. De reden: de lange wachttijden. En het hielp natuurlijk ook niet dat ik eerst dik 100 km moest rijden naar Amsterdam.
Ik werd gelukkig kerngezond verklaard (altijd leuk, zo'n bevestiging van je fysieke toestand) en dus kon ik een week later bij het Amerikaanse consulaat bij het Museumplein opdagen.
Ik was er veel te vroeg en kon dus lang wachten. Wachten doe je buiten het hek van het consulaat tot het moment dat er een stem uit de luidspreker aan het hek komt: "Can I help you?" Gelukkig stonden er een aantal zeer aardige andere mensen te wachten, waaronder een Iraniër die met behulp van een Nederlandse kennis probeerde te achterhalen of hij een verblijfsvergunning kon krijgen en een in Nederland gestationeerde Amerikaan die voor zijn Turkse vrouw een greencard probeerde te bemachtigen.
Om 13:30 uur was het dan zover. Ik had me strategisch gepositioneerd en was dan ook als eerste bij de luidspreker toen iemand zei: "Can I help you?". Eenmaal binnen het hek stond ik voor de buitendeur van het consulaat, waar zich langzaam maar zeker een rij achter me vormde. (Iedereen wordt één voor één naar binnen gelaten uit veiligheidsoverwegingen.)
Op het moment dat dit aangegeven werd, ging ik door de deur naar binnen, liet mijn uitnodigingsbrief zien, gaf mijn mobieltje af en liep door de metaaldetector. Geen problemen. Daarna verder naar loket 5, waar ik een kwartier voor een raampje stond waarvan het gordijn dicht was.
Uiteindelijk ging het gordijntje omhoog en keek ik in het norse gezicht van een Nederlandse vrouwelijke consulaatmedewerkster. In een geërgerde toon werd mij meegedeeld dat ik onmiddellijk alle papieren moest laten zien, evenals de foto's en alle andere bescheiden. Uiteraard deed ik dit heel vriendelijk, maar er kon werkelijk geen glimlach vanaf.
Tot tevredenheid van mevrouw Norsje waren alle papieren en ook de foto's in orde. "Ha, I'm home free", dacht ik.
Mis.
"Graag had ik van u nu uw adres in de VS bij vraag 10 of 11 van dit formulier." Eh... die heb ik niet? Ik woon immers nog helemaal niet in de VS, dus hoe kan ik daar een adres hebben? "Nu, meneer, of we blazen de boel af." Ik ben geloof ik nog nooit zo snel in de stress geschoten. Ik kon wel een adres in de VS geven, maar dan zou ik dat in mijn e-mail moeten opzoeken.
Norsje begon haar toch al nauwelijks aanwezige geduld te verliezen en zei letterlijk: "U vult nu binnen twee seconden een adres in de VS in of u geeft me het formulier nu terug." Verbijsterd gaf ik haar het formulier terug. "Dat ziet er niet goed, meneer. Helemaal niet goed. ZOnder dit adres moeten we de procedure afbreken. Maar goed, gaat u toch maar zitten, de consul komt zo bij u."
Dat was het dan. Na het winnen van de loterij en het verzamelen van al die gegevens, de grote hoeveelheden opgenomen vrije dagen, had ik er straks helemaal niets aan overgehouden. De vriendelijke Amerikaan met zijn Turkse vrouw had duidelijk met me te doen en zei allerlei geruststellende dingen, maar het gevoel dat ik vlak voor het doel naastgeschoten had kon hij me niet ontnemen.
Ik was echter niet de enige met problemen. De één na de ander werd afgeblaft wegens vormfouten, waaronder ook de vriendelijke Amerikaan. Ondertussen tikte de klok door, tien minuten verder, twintig, veertig, zestig... er gebeurde helemaal niets. Op een gegeven moment waren er alleen nog maar wachtenden. Geen consul, geen persoon achter het raampje, niemand. We wachtten en wachtten. Niets.
Pas na anderhalf uur kwam Norsje weer aan het raam. Of ik bij haar wilde komen. Ik kon nog een grijns als een boer met kiespijn produceren, maar het was niet nodig geweest. Norsje toonde ineens menselijke emoties, glimlachte naar me, en zei: "Meneer Kroese, ons computersysteem ligt helaas plat. Ik kan geen gegevens meer invoeren en dus ook niets meer verwerken."
"Maar dit is uw geluksdag, meneer Kroese, want ik ga u een nieuwe afspraak geven op 11 mei."
Met die woorden werd mij een nieuwe uitnodigingsbrief in de handen geduwd en kon ik gaan. "Nog één ding, meneer Kroese... neemt u op de elfde alstublieft een geldig adres in de VS mee?"
Over de finish
Volledig overspannen stond ik weer buiten de poort. Ik was zojuist door het oog van de naald gegaan en had, na al die jaren, door een stomme fout bijna naast het visum gegrepen! Eenmaal thuis vroeg ik van een aantal mensen in de VS meteen hun meest recente adres op, en - werkelijk verbazingwekkend - binnen een tijdsspanne van letterlijk TWEE UUR had ik maar liefst vier mogelijke adressen binnen.
Toch ging ik de elfde mei niet erg op mijn gemak terug naar Amsterdam. Met al die botheid op het consulaat zouden ze wel weer een andere vormfout vinden om me op af te wijzen. Ik hoopte echter wel dat Norsje weer achter het raam zou staan zodat ik haar triomfantelijk mijn adres in de VS kon overhandigen. Dat zou tenminste iets zijn.
Helaas. Eenmaal binnen stond Norsjes man Brompot achter het raampje van loket nr. 5. Hij wilde alle papieren zien die ik de vorige week al had ingeleverd, maar toen ik meldde dat ik op herhaling was werd hij ietwat gemoedelijker. Zodra hij om het adres vroeg, vulde ik dit in - het papiertje met de gegevens had ik al lang tevoren in de hand genomen - en gaf hem het gecompleteerde formulier terug. Tevreden meldde Brompot dat ik op de consul kon wachten.
Verwachtend dat ik wel weer anderhalf uur zou zitten zat ik rustig door mijn papieren te rommelen toen twee minuten later de consul aan het volgende loket stond en vriendelijk naar mij zwaaide.
"Well, first off, congratulations on winning the lottery.", zei hij. Wat een tegenpool van Brompot en Norsje, deze man. Vriendelijk en correct vertelde hij me dat hij altijd blij was dat hij nieuwe Amerikanen kon verwelkomen. Aangezien ik gehoord had dat je een pittig interview kon verwachten met allerlei vragen over wat je van plan was te doen en waarom je naar de VS wilde gaan, leidde dit tot wat achterdocht van mijn kant. Was ik dan al goedgekeurd?
Aangezien ik er nog niet helemaal bij kon dat ik geen lastige vragen meer zou krijgen, deed ik rustig wat hij vroeg - onder andere electronische vingerafdrukken nemen - en nam maar niet aan dat dit zo makkelijk zou zijn.
En dat was maar goed ook, want één lastige vraag had hij nog voor me. Op het formulier dat ik eind juni 2003 toegestuurd had gekregen, moest je alle keren noemen dat je in de VS was geweest en om welke reden. Dit had ik netjes gedaan, maar ik was ná het invullen van het formulier nog een keer kort naar de VS op vakantie geweest. En hiermee kreeg ik het bewijs dat ze me wel degelijk helemaal doorgelicht hadden.
"Goh, ik zie dat u ook nog in december 2003 in de VS bent geweest. Waarom staat dit niet op uw formulier?" Deze vraag was natuurlijk eenvoudig te beantwoorden - het formulier was eerder ingevuld dan december 2003. Ik kreeg het vriendelijke verzoek om deze gegevens alsnog in te vullen, waarna hij me vroeg of ik kon zweren dat alle informatie op het formulier correct was.
Uiteraard kon ik dit - het leek me geen goed idee om als grap te zeggen dat dit niet zo was - en meteen daarna keek hij tevreden, bedankt me, verwelkomde me als nieuwe "U.S. resident", en legde mijn verbijsterde persoontje uit dat ik binnen een week nog een laatste pakketje met gegevens kon verwachten, waaronder mijn paspoort mét visum.
Omdat ik het allemaal niet helemaal meer begreep kon ik alleen maar wat stamelen: "That's it?". De consul grijnsde naar me en zei "Yes, that's it." En met die woorden kon ik naar buiten.
Wordt vervolgd: het verhaal na mijn emigratie
[Noot: onderstaande deel van de tekst is geschreven voor november 2004. Inmiddels ben ik natuurlijk woonachtig in de VS. Een vervolgverhaal is er ook, zie hiervoor onderaan deze pagina.]
En wat nu? In ieder geval gaat mijn gewone leven nog wel door - ik heb nog steeds werk dat ik goed wil uitvoeren en ik heb nog steeds familie, vrienden en kennissen met wie ik omga alsof er niets aan de hand is.
Wel... niet helemaal. Hoewel ik (nog) niet echt inzie dat ik per november 2004 in de VS zal wonen, ziet iedereen om mij heen dat wel in. Ik kreeg vaak de vraag of ik niet helemaal ecstatisch was, maar ik moest altijd antwoorden dat dit niet het geval was. Op de één of andere manier was de uitkomst zoals hij was, de enige uitkomst die in mijn hoofd ooit kon plaatsvinden, ondanks de enkele tegenslagen; en het feit dat het ook zo gebeurde was simpelweg een bevestiging van wat ik tóch al dacht, diep in mijn hart.
Voor de mensen om mij heen is dit echter anders. Ik hield altijd vol dat mijn uiteindelijke kans om het visum te krijgen slechts 50% was (50.000/100.000) en zo zagen zij dat dus ook. Het feit dat ik nu dus echt mijn greencard heb gekregen is voor hun dus groot nieuws.
En de algemene reactie is er niet bepaald eentje van blijdschap. Integendeel. De reactie die ik het meeste krijg is: "Ik vind het leuk voor jou, hoor, begrijp me niet verkeerd, maar voor mij persoonlijk is het helemaal niet leuk."
Nog steeds vraag ik me af waar ik eigenlijk mee bezig ben, zeker nadat ik zulke reacties op mijn greencard heb gekregen. Ik heb veel in Nederland, heel veel. Meer dan ik ooit had gedacht. Ga ik dat écht opgeven?
Het antwoord is dubbelzinnig. Ja, ik ga dat wel degelijk bewust allemaal opgeven, want ik ga toch echt naar Amerika. Dat staat gewoon buiten kijf. En nee, want ik ga de band met mijn familie en vrienden niet verbreken. Okee, ik kan niet meer even een dagje ergens op bezoek gaan, een potje Catan spelen bij vrienden, of snel een bakkie doen. Maar we hebben telefoons en Internet en camera's en tegenwoordig zelfs een combinatie van dat alles. Ik ben dan misschien in Amerika, maar ik zal nog regelmatig in Nederland zijn. Fysiek, in gedachten, of via de telefoon of webcam. The best of both worlds. America, here I come!
Het vervolg vanaf de verhuizing naar de Verenigde Staten
Wilt u weten hoe het me na mijn verhuizing verging? Klik hier voor het uitgebreide verslag van mijn leven in de VS.