AA Home > Alle 50 staten > Alaska
Alles over Alaska: geschiedenis
De geschreven geschiedenis van Alaska is kort maar hevig. Een verhaal van herhaaldelijke uitbuiting. Maar vóór deze periode bestaat een lange mondelinge geschiedenis over de oorspronkelijke bewoners.
De eerste bewoners van Alaska
Alaska is al langer bewoond dan enige andere Amerikaanse staat. Zo'n 15.000 jaar geleden arriveerden de eerste Aziaten over een landbrug in de Beringzee tijdens de laatste ijstijd. De zeespiegel was dusdanig gezakt dat er een strook land van en paar honderd kilometer breed ontstond die Azie met Alaska verbond. Een aantal generaties eskimo's volgenden hun kuddes bizons en mammoeten naar het westen.
Millennia lang woonden zij in het noordelijkste deel van Alaska omdat de route naar het zuiden, naar een wat milder klimaat, geblokkeerd werd door de grote Noord Amerikaanse ijsvelden.
Toen Europeanen in de 18e eeuw de inheemse Alaskanen ontmoetten, waren er tientallen stammen die allemaal een andere taal spraken. Van Inupiat Eskimo's in het arctische noorden tot Tlingit Indianen in het zuidoosten. Tegenwoordig zijn de vroege Alaskanen ingedeeld in verschillende hoofdgroepen: de Kust Indianen (Tlingit en Haida), de Athabascan Indianen, de Aloeten en twee groepen Eskimo's, Inupiat en Yup'ik.
Europese en Russische onderdrukking
In 1640 claimde de Spanjaard Bartholeme de Fonte de eerste ontdekking van Alaska via de Inside Passage. Hij rapporteerde niets bijzonders.
Er ging bijna een eeuw voorbij toen, in 1725, Tsaar Peter de Grote van Rusland de Deense ontdekkingsreiziger Vitus Bering op pad stuurde om uit te zoeken wat er verder naar het oosten lag. Na een reis van bijna 3 jaar bevestigde Bering dat Rusland en Amerika gescheiden waren door een zee en gaf deze zee zijn naam: de Beringzee. Door de mist kon hij Alaska niet zien liggen.
Op zijn derde reis, in 1741, zette hij eindelijk voet op Alaskaanse grond, op het vaste land, vlakbij het stadje dat nu Cordova heet. Bering stierf aan scheurbuik, maar zijn luitenant, Alexis Chirikof, ging verder en kwam tot Sitka in de Inside Passage. Hij keerde terug naar Rusland met het nieuws dat er grote aantallen zeeotters en pelsrobben langs de kusten zwommen.
Het bont van de zeeotters was zeer waardevol en gewild voor bontmutsen. De zestig jaar die daarop volgden werden de Aloeten overspoeld met Russische jagers en handelaren. De Britten, Spanjaarden en Amerikanen deden mee aan de jacht. De Russen hadden al snel door dat de Aloeten veel efficientere jagers waren dan zijzelf. Zij lieten de lokale bevolking als slaven voor hen werken.
De zeeotters en pelsrobben werden afgeslacht tot zij bijna uitgestorven waren. Een opstand van de Aloeten in 1743 werd neergeslagen. Zij waren overgeleverd aan de Russische handelaren en de Russisch Orthodoxe priesters. Velen bekeerden zich tot het geloof, maar zij verloren hiermee hun eigen cultuur, verhalen en manier van leven. Pas sinds enige tientallen jaren beginnen de Aloeten hun tradities weer in ere te herstellen.
In 1778 vaarde James Cook van Vancouver Island naar het noorden om de Noord-West-Passage te zoeken. Hij maakte kaarten tot en met Turnagain Arm en Cook Inlet, vlakbij waar nu Anchorage ligt. Vanaf die dag waren ook de Engelsen betrokken bij de jacht op zeeotters en pelsrobben.
In 1784 ontdekte Grigorii Shelikov Kodiak Island, waar hij de eerste niet-inheemse nederzetting stichtte. Dit werd het hoofdkwartier van de Russen. Toen bij de Aloeten de zeeotters en pelsrobben bijna uitgestorven waren, verplaatsten de Russen hun jachtterrein naar zuidoost Alaska en bouwden daar een ford. Tlingit-indianen, bewapend door de Britten en de Amerikanen, verwoestten het ford. De Russen kwamen echter terug met oorlogsschepen en heroverden het gebied. Zij stichtten daar een nederzetting, die later Sitka werd genoemd. De Russische invloed reikte zelfs tot in gebieden waar nog nooit een Rus geweest was. De Tlingit indianen adopteerden hun manier van zakendoen en de Russische handelaren kwamen alleen nog naar Alaska om het bont op te halen en voorraden te brengen. Vanaf 1820 daalde de handel in zeeotterbont dramatisch en de Russen werden afgeleid door problemen in eigen land.
Men ging op zoek naar een koper...
In 1859 had Rusland al geprobeerd Amerika te interesseren voor Alaska, maar door het getreuzel van het Congress en het uitbreken van de Burgeroorlog in Amerika, werd het niets. Inmiddels verslapte de greep van de Russen op Alaska door de hoge kosten van gewapende troepen zo ver van huis en door de Britse Hudson's Bay Company, die handelsposten had opgezet in het binnenland. Op 30 maart 1867 werd Alaska dan toch nog verkocht aan Amerika, en wel voor $ 7,2 miljoen dollar, minder dan 5 cent per hectare.
Na 120 jaar trokken de Russen zich terug. En hoewel het land goedkoop was, vonden veel Amerikanen het weggegooid geld. De zeeotters en de pelsrobben waren uitgeroeid en afgezien van vage geruchten dat er goud en olie in de grond zou zitten, was Alaska niet meer dan een ontoegankelijke wildernis.
De staat had ook weinig controle over Alaska: de lokale bevolking regelde zijn eigen zaakjes en verder had niemand er behoefte aan er naartoe te gaan. In 1879 en 1880 bezocht John Muir, een natuurwetenschapper, het zuidoosten van Alaska. In zijn notitie "Travels in Alaska" schrijft hij met enthousiasme over de gletsjers en hun rol in het vormen van de landschappen.
Goud
De moderne ontwikkeling van Alaska begon toen er tussen 1880 en 1900 verspreid over de staat, goud werd gevonden.
De eerste bescheiden vondst was bij Eagle, maar de goldrush kwam pas goed op gang toen er goud werd ontdekt in een zij-rivier van de Klondike River in de Yukon. Binnen een jaar gingen 60.000 goudzoekers op weg naar de Yukon om hun geluk te beproeven.
Zij vertrokken vanuit Seattle en andere havens. Vanaf Skagway moesten ze te voet de Chilkoot Pass of de White Pass over. Velen lieten daar het leven. De beter gesitueerden namen de boot en zakten de Yukon River af.
Skagway
De verhalen over het goud in de Yukon werden zwaar overdreven, slechts weinigen zijn hier rijk van geworden. De meeste goudzoekers keerden 2 seizoenen later berooid naar huis terug. De goldrush had wel tot gevolg dat het binnenland beter bereikbaar werd. Boten vaarden over de Yukon River, de White Pass & Yukon Route spoorlijn werd aangelegd vanuit Skagway, er werden telefoonlijnen getrokken en wegen vervingen de sledehondenroutes.
In 1896 werd in de Turnagain Arm, dichtbij Anchorage, goud ontdekt, maar in 1899 werd de aandacht naar Nome verlegd waar grotere hoeveelheden goud gevonden werden. Tenslotte werd in 1902 bij Fairbanks goud ontdekt.
Het effect van de goldrushes op de inheemse Alaskanen was enorm. De nieuwkomers hadden geen respect voor het land. Zij brachten alcoholische drank mee en ziektes die niet met inheemse medicijnen behandeld konden worden.
De Chilkoot Indianen waren agressieve zakenlui en weigerden goudzoekers over hun land te laten reizen. Uiteindelijk gaven ze toe, maar eisten het monopolie voor de bevoorrading langs de route. Hiervoor werden respectabele prijzen gerekend.
De regering kon Alaska niet meer negeren. Zelfs als de verhalen van wetteloosheid maar half waar waren, zou er iets van een lokale overheid moeten komen. Uiteindelijk werd in 1900 een Burgerlijke wet aangenomen die taxaties en vergunningen regelde. Alaska werd in 3 juridische districten opgedeeld met rechters in Sitka, Eagle en St. Michael. De communicatie tussen de districten was zo slecht, dat een netwerk van telegraaf-systemen door het leger werd aangelegd.
De Tweede wereldoorlog en Alaska
De tweede wereldoorlog was voor Alaska de tweede grote stap voorwaarts. Na de aanval op Paerl Harbor in 1941 werd de ligging van Alaska strategisch belangrijk. Er werden militaire basis opgezet in Anchorage, Delta Junction, Dutch Harbor, Fairbanks, Kodiak, Nome, Sitka en Whittier. De enige manier om materieel en voorraden in Alaska te krijgen was over zee.
Defensie wilde een makkelijkere manier en een die beter te beschermen was. De oplossing was de Alaska Highway, een 1500 mijl lange weg door de wildernis van British Columbia en de Yukon, naar Fairbanks in Alaska. Het was en zwaar project, maar men kreeg het voor elkaar de weg in 7 maanden aan te leggen. Primitief maar bruikbaar. Er werden biljoenen geinvesteerd om de 150.000 militairen in Alaska te ondersteunen. Dit was een enorme boost voor de Alaskaanse economie.
Afgezien van een kleine na-oorlogse recessie, ging de groei door met de toename van de militaire uitgaven gedurende de koude oorlog. Dit, plus de voordelen van de Alaska Highway, bracht een enorme toename van inwoners en economische uitbreiding. De hout- en mijnindustrie kwamen op gang en de visserij werd geformaliseerd. Alaska's jeugd was voorbij.
Staatsschap
Alaska werd in 1912 een rechtsgebied, maar dit had weinig effect op het land en haar bevolking. Een nieuwe roep om staatsschap kwam in de vijftiger jaren. De lokale vertegenwoordiging in het Congress wilde met name bescherming van de visindustrie tegen buitenstaanders die de zalm over-bevisten. Tegenstanders in Congress vreesden dat Alaska een financieel blok aan het been zou worden, en zij wonnen de eerste jaren. Toen in 1957 olie werd gevonden bij Swanson River, werd Alaska ineens aantrekkelijker.
Op 3 januari 1959 werd Alaska de 49ste staat van Amerika.
Meer over Alaska
- Algemene informatie over Alaska
- Toeristische informatie van Alaska
- Nationale Parken in de staat
- De Inside Passage
Deze tekst is geschreven door Ria Taks van Alaska4All.